Zutphen, de kern van de provincie Gelderland

De belangwekkende archeologische opgravingen van 1946 en in 1993-1999 op en rond het plein 's-Gravenhof in Zutphen worden opnieuw bekeken en voor het eerst grondig uitgewerkt. Op deze blog zal wekelijks een nieuw bericht geplaatst worden over de resultaten van het project. De uiteindelijke resultaten zullen worden gepresenteerd in een lijvig onderzoeksrapport, in verschillende publicaties, waaronder t.z.t. een proefschrift. De palts zal ook worden gevisualiseerd volgens de jongste en nieuwste inzichten. Zutphen, de kiemcel van de provincie Gelderland De stad Zutphen is een van de belangrijkste schakels in de vroegstedelijke ontwikkeling van ons land. Het plein 's-Gravenhof in Zutphen representeert niet alleen een stadskern van regionaal en nationaal belang, doch door de historische context (stedelijke genese in de periode 800-1200 AD) en archeologische verschijningsvorm (centrum rijksaristocratie en mogelijk de Duitse vorsten) moet de vindplaats Zutphen van internationaal belang worden geacht.
Zutphen heeft als een van de zeer weinige Nederlandse steden een onafgebroken bewoningsgeschiedenis die teruggaat tot ver vóór de Middeleeuwen. Vanaf circa 300 na Christus hebben hier altijd mensen binnen een versterking gewoond en in de 9de eeuw lag op de plek waar de Berkel in de IJssel uitmondt, een grafelijk centrum van belang. Eind 9e eeuw werd de nederzetting na een vikingaanval omwald.
In de 11de eeuw verrees hier een van de grootste stenen gebouwen die ons land in die tijd rijk was: een zaal van meer dan 50 meter x 12,5 meter, opgetrokken uit tufsteen, met allerlei bijgebouwen eromheen. Zo'n gebouw kan eigenlijk alleen worden verklaard als palts (Duits: pfalz), een tijdelijk verblijf van de Duitse koning, een belangrijk lid van diens familie of een hoge aristocraat die troonpretenties had en dat wilde laten zien. De graven van Zutphen waren aan de Duitse koningen (de Ottonen) verwant; zij zijn (via vrouwelijke lijn) de voorouders van de later zo machtige hertogen van Gelre, en in Zutphen ligt de kiemcel van onze huidige provincie.
Het onderzoeksproject ‘De vorstelijke palts van Zutphen’ wordt in het kader van het NWO-Odysseeprogramma gesubsidieerd als kortlopend onderzoek. Het onderzoek werd tevens mogelijk gemaakt met een aanvullende subsidie van de provincie Gelderland uit het Belvoir-werkenprogramma 2010. Deelnemende instellingen en bedrijven: Gemeente Zutphen Universiteit van Amsterdam/Amsterdams Archeologisch Centrum (AAC) Aestimatica Het onderzoek wordt hoofdzakelijk uitgevoerd binnen de archeologische dienst van de gemeente Zutphen. Het Amsterdam Archeologisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam (AAC) is al vele jaren bij het onderzoek naar het vroegstedelijke Zutphen betrokken. Prof. Dr. Frans Theuws zorgt voor de inhoudelijke begeleiding. Erica Rompelman, MA van het bedrijf Aestimatica onderzocht in het kader van haar studie aan het AAC de Karolingische botcomplexen van het paltsterrein. Zij levert in het kader van dit project een betrouwbare quickscan van een enorme bottendump uit de 12e eeuw. Dr. Chiara Cavallo (AAC) onderzoekt het botmateriaal van de palts zelf (10e-12e eeuw). Drs. Bob Beerenhout (AAC) bestudeert het vismateriaal. Chiara Cavallo draagt namens het AAC zorg voor de wetenschappelijke controle en synthese van de zoölogische data. Het doel is een beeld te vormen van de materiële cultuur en voedselcultuur van het paltscomplex.

Lees hier meer over mij

donderdag 23 juni 2011

Afbeelding van de Zutphense palts ontdekt


In het Regionaal Archief Zutphen zijn we gestuit op zegels met een afbeelding van de paltsaula! Het zegel, waarop een afbeelding van een Romaans paleis-achtig gebouw zichtbaar is, is als eerste opgemerkt door historicus E.J. Harenberg. Het gaat om het zegel van het Zutphense kapittel van Sint Walburgis, dat sinds de eerste helft van de 13e eeuw in gebruik was. Het toont een staande heilige Walburga die in haar linkerhand een boek met daarboven de Gelderse mispel houdt en in haar rechter hand een palmtak. Zij staat achter een Romaans langgerekt, geknikt gebouw met een centraal dwarspand. De conclusie is dat het afgebeelde gebouw op het zegel alleen maar het Zutphense paleis kan zijn. Het gebouw was 53 meter lang en 12,5 meter breed en bestond uit twee lange vleugels aan weerszijden van een centrale topgevel. De knik in het gebouw op de afbeelding is te verklaren door de inpassing in de ronde vorm van het zegel. In de lange façaden zijn duidelijk vensterarcaden te herkennen, zoals die bekend zijn van andere Romaanse paleizen in het Duitse gebied. In het dwarspand zitten rondboogvensters en in de top mogelijk een arcadevenster met deelzuiltje. De afgebeelde vorm van het gebouw, met uitbouw, past naadloos op de plattegrond die uit de opgravingen naar voren kwam. Nu er ook een betrouwbare en redelijk contemporaine afbeelding is, zijn we een flinke stap dichterbij in de zoektocht naar het uiterlijk van het gebouw rond 1200.
Met de nu beschikbare gegevens en de vondst van de afbeelding op de kapittelzegels is het mogelijk om een betrouwbare reconstructie te maken van het Zutphense paleis. In september wordt het eindrapport en de nieuwe reconstructie van het vorstelijk gebouw gepresenteerd. Op dit moment wordt druk gewerkt aan de dwarsdoorsneden en gevelaanzichten.

1 opmerking:

  1. Is die palmtak in de hand van Walburga wel een palmtak? Martelaars hadden de palmtak als attribuut en Walburga was geen martelaar. Kan het geen korenaar zijn?

    BeantwoordenVerwijderen