Na een korte radiostilte zit er weer schot in het onderzoek. Sinds vorige week ben ik weer druk aan de slag met aanvullende thema's van onderzoek die tot een dissertatie moeten leiden. Een van die thema's is de vraag of de graven van Zutphen (en later de graven van Gelre) in Zutphen munten hebben geslagen. Er worden in de literatuur nogal wat typen munten aan de Zutphense graaf Otto toegeschreven: de zogenaamde ODDO-munten. Ik ben bezig de literatuur daarover op een rij te zetten. Daar komen zeker verrassende conclusies uit, maar of Zutphen als muntplaats overeind blijft, valt te betwijfelen. De ODDO-munten zijn vrijwel zeker in het Friese gebied geslagen. De Zutphense graven hadden voogdijrechten en sinds 1107 ook grafelijke rechten in Friesland. Maar er zitten veel haken en ogen aan de toeschrijving van de munten aan de Zutphense graven.

Zekerder is de Gelderse muntslag te Zutphen in het laatste kwart van de 12e eeuw. Graaf Hendrik (1138-1181) en Otto (1182-1207) hebben in Zutphen sterk op de Utrechtse en Deventer munten lijkende deniers geslagen. Zij ontleenden dat recht dat zij voogden waren van de goederen van de Utrechtse Mariakerk.
Binnenkort is dit onderzoekje afgerond en is een volgend boeiend thema aan de beurt: de graven van Zutphen en de relieken van Sint Justus.