Na de drukbezochte en feestelijke presentatie van het onderzoeksrapport in de Burgerzaal afgelopen donderdagavond is het nu tijd de reconstructie van de tufstenen aula te presenteren.
De totale lengte van de paltsaula was 53 meter voor de noordmuur en 50,1 meter voor de zuidmuur. De grotere muurlengte van de noordmuur ten opzichte van de zuidmuur komt door de gerende westmuur. De westmuur komt op een lengte van 18,50 meter en kende aan de noordwestzijde een uitbouw van onbekende breedte. De afwijkende oriëntering van de uitbouw (12 graden tegen de klok in) wijst op de aansluiting van dit bouwdeel op een bestaande bouw ten noorden ervan. De aula zelf was 12,5 meter breed. De noordmuur kende een opvallende uitbouw op het noorden. De buitenmaten van de uitbraaksporen zijn 7,0 meter (uitbouw) x 7,5 meter (breedte). Deze uitbouw kan als monumentale entree van het gebouw worden geïnterpreteerd, waarin een trap naar de zaal was opgenomen. Vanuit de zaal was er ongetwijfeld een ruimte boven het portaal. In de gevel ervan zal een arcadeboog de vorst vol zicht hebben gegeven op zijn onderdanen.

De plaatsing van het uitgebouwde noordportaal ten opzichte van de souterraine ruimtes wordt daarmee ook logisch. Deze lag precies in het midden van de onderkelderde ruimte erboven: de vorstelijke zaal. De monumentale trap leidde omhoog naar exact het midden van de zaal waar men direct oog in oog stond met (de zetel van) de vorst. De zaal, die nu te beredeneren is, moet het binnenmaatse formaat hebben gehad van 33 (34,5) x 10,5 meter: 357 m2. Een tweede mogelijkheid is dat de deelmuren aan weerszijden van het portaal doorliepen op de bovenliggende verdieping. De centrale zaal was dan beperkter van omvang (ca. 18,5 x 10,5 meter binnenmaats: 195 m2) en werd geflankeerd door naastgelegen ruimten op hetzelfde vloerniveau.
De meest oostelijke ruimte van ca. 14,0 x 10,5 meter (binnenmaats) op begane grondniveau hoorde dus niet tot de zaalruimte, maar moet een andere functie (en uitstraling) hebben gehad.